Partneralimentatie wetsvoorstel
Partneralimentatie, wetsvoorstel voor aanpassing.
Het zou heel goed mogelijk kunnen zijn dat er een wetswijziging komt waarmee de partneralimentatie flink wordt aangepast binnen nu en afzienbare tijd. De duur van partneralimentatie zou wel eens drastisch kunnen worden ingekort. De afgelopen jaren zijn hier reeds eerder diverse wetsvoorstellen voor gedaan. Afgelopen Juni hebben D66, PvdA en de VVD een nieuw wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. In dit wetsvoorstel staat inkomensverlies, modernisering alsook vereenvoudiging van de partneralimentatie centraal. De partijen willen de duur van de partneralimentatie drastisch verkorten. Nu is de maximale termijn voor de partneralimentatie nog 12 jaar. de D66 maar ook de andere partijen vinden deze termijn veel te lang. Na een echtscheiding heeft de minst verdienende ex-partner nu nog recht op maximaal 12 jaar partneralimentatie.
Volgens D66 is dat slecht voor de emancipatie: ‘De vrouw krijgt geen enkele prikkel om de arbeidsmarkt op te zoeken, en dat vinden wij onwenselijk’ zegt D66-kamerlid Pia Dijkstra. Maar ook de PvdA en de VVD zijn het eens met de D66. De partijen willen samen optrekken om de partneralimentatie te beperken. De huidige alimentatiewet stamt alweer uit 1994, daarvoor was het zelfs mogelijk dat de partneralimentatie een leven lang kon duren. De afgelopen jaren is de positie van de ex-partners erg veranderd dan toen de huidige wetgeving werd gemaakt.
Ook het CDA is bereid om te praten over een beperking van de duur van de partneralimentatie. Al vindt de partij wel dat er goed moet worden gekeken naar de rolverdeling binnen het gezin. Twaalf jaar achterover zitten is natuurlijk niet de bedoeling, maar herziening moet wel op een zorgvuldige manier gebeuren’ aldus kamerlid Madeleine van Toorenburg.
Het wetsvoorstel is er nog niet doorheen, maar nu 3 grote partijen de duur van de alimentatie willen verkorten en het CDA ook bereid is erover te praten, zou een eventuele aanpassing van de wetgeving weleens dichtbij kunnen zijn.
Huidige regeling:
Ex echtgenoten zijn over en weer gehouden om in elkaars levensonderhoud te voorzien, indien daar behoefte aan bestaat. Deze behoefte is gerelateerd aan de welstand ten tijde van het huwelijk. Ex echtgenoten kunnen overigens ook over en weer afzien van partneralimentatie. Bijvoorbeeld als ze beiden zich in staat achten om zelfstandig in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Indien één van beiden na de scheiding onvoldoende in het eigen levensonderhoud kan voorzien, wordt er een bijdrage vastgesteld als de andere ex echtgenoot daarvoor voldoende draagkracht heeft in zijn inkomen. Indien het huwelijk korter duurde dan 5 jaar en er zijn geen kinderen geboren tijdens dat huwelijk dan is de partneralimentatie niet langer dan maximaal de duur van het huwelijk. Duurde het huwelijk langer dan 5 jaar en / of zijn er tijdens dat huwelijk kinderen geboren, dan is de maximale termijn voor partneralimentatie 12 jaar.
Tijdens de mediation bij een scheiding kunnen ex-partners maatwerk maken van hun partneralimentatie afspraken, zoals het afzien van partneralimentatie, een kortere duur van de partneralimentatie of bijvoorbeeld een afbouwregeling van de partneralimentatie. Vaak wordt dit gedaan op basis van een berekening partneralimentatie, het is overigens ook mogelijk om zonder berekening onderlinge afspraken te maken over de partneralimentatie. Een berekening partneralimentatie is op dit moment voor veel mensen nog een vrij ondoorzichtig geheel. Het is overigens niet mogelijk om in de huwelijkse voorwaarden een aanspraak op partneralimentatie uit te sluiten.
Wat zou de toekomstige regeling kunnen worden:
- Voorstel tot vereenvoudiging van de berekening partneralimentatie.
- De grondslag om na de echtscheiding bij te dragen in het levensonderhoud van de ander wordt niet de huwelijks gerelateerde behoefte maar een compensatie voor ‘inkomensverlies’ dat door het huwelijk bij één van beiden is ontstaan.
- Geen partneralimentatie verplichting bij een huwelijk die korter duurde dan 3 jaren, indien de ex-echtgenoten geen gezamenlijke kinderen hebben jonger dan 12 jaar. In de andere gevallen geldt de hoofdregel dat de duur van de partneralimentatie gelijk is aan de helft van de duur van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. Heeft een huwelijk bijvoorbeeld 14 jaar geduurd, bedraagt de alimentatietermijn dus 5 jaar. Indien de alimentatiegerechtigde ook nog de zorg voor jonge kinderen van de ex-partners dan eindigt de alimentatieverplichting zodra het jongste kind de leeftijd van 12 jaar bereikt. Ook eindigt de alimentatieverplichting zodra de alimentatiegerechtigde de AOW leeftijd heeft bereikt.
- De mogelijkheid om bij huwelijkse voorwaarden of bij het maken van partnerschapsvoorwaarden bijvoorbeeld af te kunnen wijken van de regeling partneralimentatie. Hierbij wordt het erg belangrijk om bij aanvang van het huwelijk of geregistreerd partnerschap al goed na te denken over de eventuele gevolgen van bepaalde ontwikkelingen of beslissingen ten tijde van het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Niet zelden stapt men vrij lichtvoetig over de gevolgen bij een scheiding heen als men op het punt staat om in het huwelijksbootje te stappen. Een goed advies is hierbij erg belangrijk. De consequenties voor de aanspraak op partneralimentatie moeten bijvoorbeeld besproken worden indien één van de partners minder gaat werken ten behoeve van de opvoeding van de kinderen of de andere partner in staat te stellen om aan zijn of haar carrière te werken.
Voor de reeds bestaande alimentatieregelingen geldt het wetsvoorstel niet, deze worden niet aangepast mocht het wetsvoorstel worden aangenomen. Het aanpassen van reeds bestaande verplichtingen zou rechtsonzekerheid creëren en onrechtvaardig zijn. Voor het verkrijgen van een hypotheek telt bijvoorbeeld de partneralimentatie mee, als dat opeens weg zou vallen kun je je indenken wat de gevolgen zouden kunnen zijn.
Of er door deze mogelijke wijzigingen echt minder ruzies ontstaan over alimentatie en een rechtvaardiger systeem ontstaat is nog maar afwachten. Het wetsvoorstel veronderstelt dat je als aanstaande echtgenoten al in staat bent om de toekomst te kunnen overzien, hoe je bijvoorbeeld al in staat bent bij een eventuele scheiding in je eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.
De praktijk is vaak nu al dat men kort na het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap met huwelijks- of partnerschapspvoorwaarden al niet meer weet wat er exact staat omschreven in de voorwaarden en hoe daar mee om te gaan en met elkaar te verrekenen. Als je gaat trouwen denk je nou niet gelijk aan een mogelijke scheiding…
Om dit wetsvoorstel goed te laten werken zul je regelmatig advies moeten inwinnen, zowel voor, tijdens als na het huwelijk om mogelijke gevolgen van beslissingen door te spreken en te overzien. Echtgenoten zullen hun huwelijk meer “zakelijk” moeten zien te benaderen. Of dat werkelijk zo gaat is maar zeer de vraag. Vaak zullen de gevolgen pas aan het licht komen als je je pas in een dergelijke situatie bevindt…